zaterdag 3 januari 2015

Accepteren door afleren

Diep in mij gebeurt iets, het is onverwacht en vreemd en fantastisch. Ik weet niet zeker of ik het goed uit kan leggen, maar hier komt het.

Afgelopen nacht had ik een droom. Ik was op een treinstation en stak een perron over op weg naar de uitgang, toen ik een vrouw tegenkwam met een gans. Toen ik per ongeluk tussen de vrouw en haar gans door liep, hapte de gans naar mijn broek. Ik gaf een geschrokken gil en wapperde met mijn handen.

Wat er vreemd aan was: ik heb niet meer met mijn handen gewapperd sinds ik heel klein was. Ik heb op oude home video's gezien dat ik als peuter en kleuter met mijn handen wapperde. Ik weet niet zeker wanneer ik ermee opgehouden ben, maar ik denk ergens op de basisschool.

En wat er onverwacht aan is: ik heb nog nooit in een droom bewust gestimd. Dat was me nog nooit opgevallen, tot ik vanochtend wakker werd en overweldigd werd door de herinnering aan het wapperen in mijn droom.

Dat brengt me bij wat er fantastisch aan is: in mijn droom werd ik, op het moment dat ik wapperde, overspoeld door het gevoel dat ik verbonden was met mijn oorspronkelijke ik.

Huh?

Ik weet het.

Ik denk niet dat er woorden zijn om dat laatste stuk goed te beschrijven. Ik voelde me alsof er een tijdpoort naar het verleden openging, en ik een fractie van een seconde mezelf kon ervaren als klein kind. Niet voorstellen, niet herinneren, maar echt ervaren.

Het was anders dan alles wat ik ooit had gevoeld, bedacht of ervaren als volwassene. Ik kan zelfs niet zeggen dat ik me duidelijk herinner dat ik me als kind zo voelde. 

Misschien heeft het niets te maken met de kindertijd. Misschien overstijgt het concept van je originele ik de leeftijd, en gaat het om de toegankelijkheid ervan. Ik weet het niet, en het maakt me ook niet echt uit. Ik moet het een naam geven, zodat ik jou erover kan vertellen, maar in mijn hart heeft het geen naam nodig. Het is een manier van zijn, net zo duidelijk als elke andere manier die ik heb meegemaakt.

Het  voelde als pure vreugde en vrijheid. Het voelde oneindig. Het voelde alsof ik was verbonden met de aller-origineelste versie van mijn bestaan.

Ik kan niet uitleggen hoe ik dat weet, maar ik weet het.

En het was sterk verbonden met dat gewapper, die geschrokken, instinctieve reactie op die kleine, boze droomgans.

Maar het was maar een droom, toch? Dromen laten ons allemaal vreemde dingen denken.
Misschien.
Maar dromen boren ook ons onderbewuste aan, langs wegen die niet toegankelijk zijn als onze wakende linies actief zijn.

Ik loop er de hele morgen al over na te denken waarom dit is gebeurd. Waarom nu?

Ik zie het graag zo: langzaam ontdek ik mijn originele ik opnieuw.

Een deel van die herontdekking is het hervinden en vrijlaten van mijn behoefte om te stimmen. De vele jaren, té vele jaren, dat ik instinctief mijn lichaam het zwijgen oplegde, mijn stims afkneep tot hun minst opvallende versies, hebben me op een wezenlijke manier vervreemd van mezelf.

Langzaam, heel langzaam, komen de stims van mijn kindertijd terug. Gisteravond, toen ik wachtte tot de pasta kookte, begon ik rondjes te draaien in de keuken, en in plaats van ermee te stoppen, liet ik mezelf ervan genieten. Ik stak mijn ene voet uit en draaide naar rechts, en toen mijn andere voet en draaide naar links. Ik deed het nog eens en nog eens, en al gauw lachte ik hardop.

Rondjes draaien in de keuken voelt prettig. Het voelt goed.

Terwijl ik de gewoonte afleer om mijn stims te minimaliseren, voel ik dat ik delen van mezelf hervind die lang geleden afgekoppeld waren.

En ik vraag me af of acceptatie misschien niet voortkomt uit leren accepteren, maar uit het afleren van levenslang afwijzen.

---

Dit artikel is in januari 2013 geschreven door Cynthia Kim op haar blog "Musings of an Aspie". Het is vertaald door Francijn Brouwer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten