===
"Je was verdwenen."
Toen mijn man dit tegen me zei, zaten we in een restaurant te wachten tot de lunch werd geserveerd. Het was het laatste stukje van een geweldig weekend aan het strand, en ik zat in mijn eigen wereldje.
Terugtrekken. Dichtklappen. Mensen met Asperger gebruiken verschillende woorden om de verdwijntruc te beschrijven die we uitvoeren onder stress.
Ik vind persoonlijk terugtrekken het beste woord. De zintuiglijke prikkels worden te veel. Te veel mensen, te veel herrie, te veel beslissingen, te weinig tijd om alles te verwerken.
Terwijl ik in dat restaurant zat, werd ik bekropen door de eerste signalen van terugtrekking.
Het eerste signaal is een plotseling, zware moeheid. Het enige wat ik wil is mijn hoofd neerleggen en mijn ogen dicht doen. Of nog beter: me oprollen op een veilig plekje en een dutje doen. Natuurlijk slaat de noodzaak tot terugtrekken bijna altijd toe op een moment dat het onmogelijk is om een dutje te doen en ergens waar geen veilige plekjes in de buurt zijn.
Het tweede signaal - dat duidelijk maakt dat ik niet gewoon doodmoe ben - is de sensatie dat ik door een lange tunnel beweeg. Alles om me heen wijkt terug en verstilt. Ik voel dat ik me losmaak van het gesprek. Het wordt moeilijker om antwoorden te formuleren en ik voel geen behoefte om interactie te starten.
Als ik eenmaal ver genoeg de tunnel in gedreven ben, heb ik er genoeg aan om gewoon te zitten en in de ruimte te staren, los van alles om me heen. Ik voel me onzichtbaar.
Opgestapelde stress
Mijn terugtrekkingen zijn bijna altijd een gevolg van opgestapelde stress. De morgen die voorafging aan mijn terugtrekking tijdens die lunch werd gekenmerkt door een reeks kleine frustraties. Een andere dag zou ik het gewoon hebben geïncasseerd, maar ik denk dat twee dagen in een vreemde omgeving zijn tol begon te eisen.
De lunchroom in kwestie |
Plotseling stond de muziek in het restaurant te hard, was de zon te fel, kon ik de gesprekken aan de andere tafels niet meer uitfilteren, er stonden te veel keuzes op het menu, en geen enkele zag er aantrekkelijk uit. Ik zat half in de zon en half in de schaduw, dus ik had het te koud en te warm tegelijk. Elke keer als ik opkeek, keek de man aan de volgende tafel gauw weg - en dat was de laatste druppel.
De laatste tijd heb ik veel nagedacht over waarom ik mensen vaak naar me zie staren, vaak herhaaldelijk gedurende een maaltijd of treinreis. Mijn vasthoudende brein ging weer met die vraag aan de haal. Toen *boem* sloeg de vermoeidheid toe en het volgende dat ik me herinner is dat ik de tunnel in glipte.
Offline
In tegenstelling tot hoe het er van de buitenkant waarschijnlijk uit ziet, ben ik, als ik me terugtrek, niet verdrietig of gedeprimeerd. Soms is een terugtrekking getriggerd door angst, maar soms ook doordat ik te veel plezier heb. Wat de trigger ook is, een terugtrekking komt altijd door het gevoel dat je overweldigd bent.
Maar als ik eenmaal verdwenen ben, is het overheersende gevoel comfortabele leegte. Opluchting.
Terugtrekken of dichtklappen is overduidelijk een verdedigingsmechanisme. Mijn brein beslist dat de verwerkingsverzoeken van mijn omgeving te veel worden, en zet wat functies een poosje offline. De terugtrekking is bedoeld om te herstellen, een zintuiglijke time-out, maar het is niet vrijwillig en zelfs als ik weet dat het gebeurt, is er maar weinig wat ik kan doen om het tegen te houden of onder controle te houden.
Ik heb daar veel over nagedacht. Is het nodig dat ik het onder controle houd? Wil ik dat? Het zou het beste zijn als ik een terugtrekking kon uitstellen tot een handiger moment, bij voorbeeld onderweg naar huis, in plaats van tijdens een lunch. Ik weet niet zeker of dat kan. De drang om je terug te trekken is sterk en fysiek, meer als honger dan als verdriet. Ik kan door praten mezelf minder verdrietig maken, maar honger gaat alleen weg als je iets eet.
Als je terugtrekken ziet als een fysieke behoefte, is het makkelijker te begrijpen dat het niet iets is wat ik zomaar tegen kan houden. Toch heb ik een hekel aan het gevoel dat ik machteloos ben tegen mijn lichaam. Misschien ligt de oplossing in wat er vooraf gaat aan een terugtrekking, de serie kleine frustraties die verergert wordt door een vreemde omgeving.
Ik kan steeds beter omgaan met onverwachte veranderingen. Langzaam leer ik het onbekende accepteren. Ik word me meer bewust van de manier waarop fysiek comfort mijn gemoedstoestand beinvloedt. Maar misschien ben ik er nog steeds te goed in om negatieve emoties weg te drukken, de kleine ongemakken en angsten die niet belangrijk genoeg voelen om mijn energie aan te verspillen.
Terugkeren
Normaal gesproken, als iemand me bij een gesprek probeert te betrekken terwijl ik me heb teruggetrokken, krijgen ze alleen eenlettergrepige antwoorden. Toen mijn man vroeg "Waar ben je?" was mijn non-antwoord "Wat?" Hij wachtte even, vroeg zich waarschijnlijk af of het een goed idee was om me rechtstreeks te confronteren met de situatie, en zei toen "Je verdween".
Die eenvoudige erkenning van wat ik doormaakte hielp me om bij hem terug te keren. We hadden nog nooit eerder gepraat over mijn terugtrekkingen. Mijn man had, denk ik, altijd aangenomen dat ik op zo'n moment een slecht humeur had, iets om weg te duwen en te negeren.
Maar het is meer dan dat, en nu snapt hij beter, niet alleen waar ik heen ga als ik verdwijn, maar ook hoe ik me voel en dat het niet alleen maar vervelend is.
Dit artikel is een vertaling van "Where I go when I shutdown", in oktober 2012 verschenen op het weblog "Musings of an Aspie".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten