Afgelopen zomer hadden mijn man en ik een paar vrienden te eten voor de lunch. Ze namen hun twee zoontjes mee. Tegen het eind van de maaltijd keek het jongetje van vijf, dat naast me zat, me aan en zei "U maakt me bang."
Dat was voor ik wist dat ik Asperger heb, dus ik lachte het weg, net als iedereen aan tafel, als een van die ongepaste dingen die kinderen soms zeggen.
Toch bleef deze opmerking me bij. Ik wist niet goed wat ik had gedaan om hem bang te maken. Hij was een vriendelijk, praatgraag jongetje. Ik had hem laten zien hoe hij mijn hond een paar simpele kunstjes kon laten doen, en ik had hem een paar stukjes hot dog gegeven om de hond mee te belonen. Ik had hem gevraagd naar zijn zwemlessen en of hij zelf een hond wilde hebben. Ik had een cheeseburger voor hem klaargemaakt, zodat hij niet van het luxe volwassenen-eten zou hoeven eten. Hij had er zelfs zelf voor gekozen om naast mij te zitten tijdens de lunch. Ik dacht dat we goed met elkaar op konden schieten!
En toen, uit het niets, zei hij dat ik eng was. Ik was eerder in de war dan beledigd, maar er zat iets in zijn opmerking dat echt bij me bleef hangen. Als ik daarna soms in een restaurant of winkel iemand betrapte die naar me zat te staren, kwamen die woorden terug.
U maakt me bang.
Waarom?
Een harde waarheid
Maanden later was ik bezig met foto's sorteren en toen viel het me op. Daar was het - daar was ik - en ik staarde mezelf aan, foto na foto, met dat gevreesde uitdrukkingsloze gezicht. Omdat ze zeggen dat een foto meer waard is dan duizend woorden, zo ziet het uitdrukkingsloze gezicht eruit:
En om te bewijzen dat het niet gewoon een slechte gekozen moment was, hier nog een waar ik echt voor geposeerd heb:
Het was duidelijk dat mijn gezicht niet paste bij wat ik voelde. Ik zat daar in de algebra-klas, dag na dag, ik zag er verward uit maar ik stelde nooit vragen. De docent voelde zich daar zo ongemakkelijk bij dat hij midden in een college stopte om me te vragen wat het probleem was. Ik vraag me af of hij me geloofde toen ik zei dat ik niet verward was.
Ik vraag me af hoe vaak mensen denken dat ik onbetrouwbaar ben omdat mijn verbale en non-verbale communicatie niet bij elkaar passen.
Dit probleem voelt te veelomvattend om te verhelpen. Letterlijk elk moment dat ik wakker ben heb ik een uitdrukking op mijn gezicht. Ik kan absoluut niet - en wil zelfs niet - voortdurend letten op hoe ik kijk.
Er zijn ook zat momenten dat mijn gezichtsuitdrukking wel past bij mijn gemoedstoestand, met name als ik werkelijk blij ben.
Deze foto is in dezelfde tijd gemaakt als de twee foto's hierboven, maar op deze was ik werkelijk blij, en zo kijk ik ook:
Na dat gesprekje met mijn algebra-docent heb ik af en toe geprobeerd een bepaald gezicht te trekken. Als ik in de klas merkte dat een docent te vaak in mijn richting keek, nam ik aan dat ik een verward gezicht trok, en probeerde ik mijn "geïnteresseerde maar neutrale" gezicht te trekken. Ik zorgde bovendien dat ik vaak knikte, een geruststellend teken voor niet-autistische mensen.
Het leek te helpen - in ieder geval verminderde het aantal bezorgde blikken in mijn richting - maar ik heb niet veel zin om dit vaak te doen. Ik heb anderen met Asperger horen praten over hoe acteerlessen, of oefenen voor de spiegel, hen had geholpen om van vlak affect af te komen. Ik bewonder hun toewijding op dit punt - maar het klinkt alsof het veel tijd en oefening kost om het goed te krijgen.
Maar als ik natuurlijk een baan had waarbij ik veel contact mensen moest hebben, zou ik misschien de motivatie hebben om meer moeite te steken in het verbeteren van mijn non-verbale signalen. Later zal ik misschien besluiten om dit te proberen, maar voor nu ga ik nog even door met het bang maken van kleine kinderen en het in verwarring brengen van kennissen.
Dit artikel is een vertaling van "You scare me", in oktober 2012 verschenen op het weblog "Musings of an Aspie".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten